Totem Over Nederlandstalige fantasy

De data achter de Harland Awards 2017

Het is weer zover, na 2016 en 2015 neem ik ook de inzendingen van de Harland Awards romanprijs 2017 onder de loep. Ik heb daarbij dezelfde categorieën als vorig jaar aangehouden: genre, doelgroep en uitgever. Voor elke categorie heb ik twee grafieken en een analyse van wat dat betekent voor het Nederlandstalige fantasylandschap.

Een woord vooraf: ik heb de gegevens van de boeken zoveel mogelijk van Hebban gehaald (een boek stond daar overigens niet op), maar er zit een interpretatieslag van mijzelf op. Ik heb op dit moment geen van de boeken helemaal gelezen en de definities van genres, doelgroepen en uitgevers is niet waterdicht. Dus ben je het niet met me eens? Dat kan, maar dit zijn de data waar ik mee aan de slag ben gegaan.

De gegevens hier komen uit mijn overzicht op Google Sheets op basis van de officiële lijst inzendingen en de shortlist.

Genre

De eerste indeling is op basis van genre. Er zijn twee veranderingen ten opzichte van vorig jaar: urban fantasy en horror heb ik samengevoegd. De genres zijn niet hetzelfde, maar ze liggen vrij dicht bij elkaar en beide zijn ze niet heel groot. Zo krijg je ongeveer een onderscheid op basis van setting tussen historisch (fantasy), hedendaags (horror/urban fantasy) en toekomst (science fiction). Een deel van de meer hedendaagse settings valt ook onder fantasy, omdat het lastig is dat onderscheid te maken op basis van de stukjes op Hebban.

De tweede verandering die ik heb doorgevoerd is het toevoegen van het genre literatuur. Of dit een apart genre moet zijn of niet is een discussie waar je een hele serie artikelen aan kan wijden, maar het viel mij op dat er best een aantal boeken tussen de inzendingen staat die volgens Hebban onder de literatuur vallen en niet een overduidelijk genreboek zijn. Voor de analyse leek het mij interessant om deze apart te nemen.

Het beeld hier is niet heel anders dan de afgelopen jaren: vooral fantasy. Door literatuur apart te nemen zie je wel dat dit best een flinke hap van de taart is, vergelijkbaar met zowel science fiction als horror/urban fantasy. Wat mij opvalt is dat dit vooral inzendingen zijn vanuit grote uitgeverijen die niet veel traditionele/niet-literaire fantasy uitgeven, maar toch willen meedingen naar deze prijs. Is dat gewoon een stukje marketing? Ik vermoed van wel, voor zo’n uitgeverij zijn de kosten waarschijnlijk geen probleem. En een prijs doet het vast goed. De afgelopen jaren won Auke Hulst met een roman met een literaire insteek, dat kan natuurlijk ook meespelen. Tegelijkertijd lijkt het er op dat uitgevers door hun catalogus gaan en alles wat ook maar een klein beetje fantastisch is insturen voor deze prijs. Er is niks mis met kruisbestuiving tussen literatuur en genre, maar ik vraag me wel af of dit eerlijk is tegenover de auteurs die bewust genre schrijven. De Harland Awards zou wat mij betreft vooral hun feestje moeten zijn. Maar het is moeilijk om harde grenzen op te stellen, zoals Auke Hulst heeft aangetoond, dus voor nu ben ik vooral benieuwd hoe de voorselectiejury hiermee om is gegaan.

Dat is duidelijk: de vijf finalisten zijn redelijk traditionele genretitels. Nogmaals: er is wat mij betreft niks mis met wat literatuur in de fantasy, maar het is ook goed om dicht bij je wortels te blijven en te vieren wat het genre anders maakt dan de mainstream literatuur.

De afgelopen twee jaar was het wel Auke Hulst die science fiction vertegenwoordigde (hoewel hij dit jaar misschien onder literatuur zou zijn gevallen). Nu is er helemaal niks van dat genre te vinden in de shortlist. De oproep voor meer science fiction klinkt al vaker onder Nederlandstalige genreschrijvers, dus de uitdaging is om er voor te zorgen dat er volgend jaar wel een bij zit.

Doelgroep

Net als vorig jaar heb ik volwassenen en young adults als aparte doelgroepen naast elkaar gezet. Wat mij betreft nog steeds prima om beide doelgroepen aan de Harland Awards te laten deelnemen, aangezien er prima YA geschreven wordt. Maar tegelijk is het interessant om te zien hoe het genre in Nederland zich ontwikkelt op basis van de verhouding tussen de twee doelgroepen.

Er is weinig verschil met vorig jaar: ook nu een ruime meerderheid voor volwassen romans. De YA taartpunt is zelfs wat gekrompen. Misschien dat hier een rol speelt dat er nog geen YA winnaar is geweest van de Harlands, maar de prijs is nog erg jong om daar conclusies aan te verbinden.

In tegenstelling tot vorig jaar zijn er relatief veel YA romans doorgedrongen tot de shortlist. Jeroen van Unen heeft het voor de tweede keer tot de eindronde geschopt en de jury is dus opnieuw enthousiast over zijn werk, dus wie weet is dit het jaar dat er YA gaat winnen.

Uitgevers

Het uitgeverlandschap is een belangrijk onderdeel van de toestand van de Nederlandstalige genreromans dus die neem ik ook weer mee. Het belangrijkste onderscheid is tussen de grote uitgevers, die ook veel niet-genre uitgeven, kleine uitgevers, die veelal gericht zijn op genre en dan wat self-publishing en vanity (uitgeverijen waarbij het geld vooral van de auteurs komt). Dit laatste is niet direct een waardeoordeel over de kwaliteit van het boek, maar in het verleden bleek dit wel impact te hebben op de statistieken.

Ik moet zeggen dat hier de scheidslijn voor mij niet helemaal helder is. In een recente post van Adinda Volkers worden een aantal genreuitgevers beschreven en ik heb mijn indeling daarop gebaseerd. Ik heb in dit geval Godijn en Zilverbron als vanity uitgevers aangemerkt. Aan de andere kant heb ik Brave New Books (die ook betaalde diensten aanbieden) gecategoriseerd als self-publishing, omdat je daarbij als schrijver meer initiatief moet nemen. Maar dat is weer een heel andere werkwijze dan Sophia Drenth hanteert. Kort samengevat: de categorie uitgeverij is een beetje een mengelmoes en een waar ik nog eens in wil duiken.

Het speelveld is vrij eerlijk verdeeld tussen grote, kleine en vanity uitgevers. Daarbij moet gezegd worden dat redelijk wat van de inzendingen van grote uitgeverijen in de categorie literatuur vallen qua genre en dus niet per se als genretitels in de markt zijn gezet. De boeken van kleine en vanity uitgevers zijn dat over het algemeen wel. Als je het zo bekijkt zie je dat daar de grote bulk van het traditionele genreboeken wordt uitgegeven, en dat is niet veel anders dan de afgelopen jaren.

Self-publishing is in de minderheid en gebeurt in de helft van de gevallen via Brave New Books (wat een beetje tussen vanity en self-pub invalt). Blijkbaar kiezen schrijvers die zelf gaan investeren in een boek toch eerder een vanity concept dan dat ze er echt helemaal zelf voor gaan. Dat snap ik ergens wel, want uitgeven is een hele klus.

Dus als we kijken naar traditioneel uitgegeven genrewerken dan komen we in de meeste gevallen bij de kleine uitgeverijen uit. Uitgevers als Zilverspoor en Quasis doen het meest in Nederland en er zitten een paar Belgische uitgeverijen tussen die ik nog niet kende. Al met al veel afwisseling en geen duidelijke winnaar qua welke soort uitgeverij het meeste op de markt brengt.

Dat komt ook terug in de shortlist. Vooral kleine uitgeverijen die de genreachtergrond hebben, maar elk van de grote drie komt hierin terug.

Wie gaat er winnen?

De afgelopen jaren won er een (literaire) science fictionroman van een grote uitgeverij. Die zit er dit jaar niet bij in de shortlist, dus het wordt iets anders. Zowel Jeroen van Unen als J. Sharpe staan voor de tweede keer bij de finalisten, dus dat zou iets kunnen betekenen. Aan de andere kant heeft een fantasyroman voor volwassenen van een kleine uitgeverij de beste papieren. Dan zou Kim ten Tusscher de beste kans hebben. Ik ben benieuwd. Over ruim een maand weten we het.