Totem Over Nederlandstalige fantasy

Young Adult telt mee

Ik liep laatst tegen een interessante vraag aan op Facebook: moeten Young Adult boeken meedingen naar prijzen voor fantasywedstrijden? Aanleiding was de winst van Falco en de gestolen Stympha’s van Nienke Pool bij de Bastaard Fantasy Awards.

Een argument tegen was dat het een vertekend beeld geeft van wat fantasy is. Aan het genre kleeft al dat het niet voor volwassenen is en als boeken met een jeugdige doelgroep dan prijzen winnen, dan kom je daar misschien helemaal niet meer vanaf. Een kinderboek zou nooit de AKO Literatuurprijs winnen. Dus als dat in de fantasy wel gebeurt, dan betekent dat weinig goeds voor dat genre, zouden mensen kunnen denken. Dit is niet iets dat iemand specifiek aanvoerde als argument en het is wat sterker uitgedrukt, maar dit is naar mijn idee de kern van de redenering achter die vraag.

Ik snap de redenering, maar ik denk dat we er op een andere manier tegenaan moeten kijken. Volgens mij zijn er goede redenen om YA wel mee te tellen bij het uitreiken van prijzen.

Willen jullie meer of minder fantasy?

In 2015 deden 41 romans mee aan Harland Awards Romanprijs. In 2016 waren er 47 inzendingen. Het speelveld is dus niet zo heel groot. Als we een fors deel daarvan uit zouden sluiten van deelname betekent dat dat de prijzen alleen maar minder gaan voorstellen. In 2015 was ongeveer een kwart van de inzendingen en 40% van de shortlist YA. Van 2016 heb ik de gegevens nog niet compleet, maar van wat ik wel weet is ongeveer 33% YA. Als je dat weglaat zou je dus een deelnemersveld van ongeveer 31 boeken overhouden.

Nederlandstalige fantasy is er al niet veel. Dus we moeten wat er geschreven wordt koesteren. Dat kan wat mij betreft het beste als we alles meenemen wat het genre raakt. Als we iedereen die in de genres schrijft serieus nemen, wat hun doelgroep ook is, dan hebben we meer schrijvers die we vieren. Meer schrijvers van wie we kunnen leren. Meer schrijvers met wie we kunnen praten over het genre en hoe we het beter en groter maken.

Jong geleerd

Wat mij betreft moeten fantasyschrijvers juist trots zijn op het feit dat het ook jongere lezers kunnen benaderen. Ik las ook fantasy in mijn jeugd, heel graag zelfs. Dat begon met boeken die echt op de jeugd gericht waren, maar dat leidde al snel tot Tolkien en Feist. Op de middelbare school werd dat minder, maar gedurende mijn studie kwam ik via Abercrombie en Jordan weer terug.

YA fantasy is misschien wel de belangrijkste gateway drug naar volwassen fantasy. Dus als er goede YA voorhanden is, is dat voor het Nederlandstalige genre van groot belang. Ik kan me voorstellen dat het voor de volwassen en ervaren lezer interessant kan zijn om te weten wat het beste boek voor hen is. Maar ik vermoed dat zij op basis van recensies en discussies zelf een aardige inschatting kunnen maken.

Is het naar buitenstaanders raar dat jeugdliteratuur fantasyprijzen wint? Misschien wel. Maar volgens mij is het tijdperk dat volwassenen ook YA lezen toch al aangebroken. Harry Potter voorop, maar bijvoorbeeld ook Joe Abercrombie, die voor een volwassen publiek begon, heeft een YA serie geschreven. Een die ik met veel plezier gelezen heb.

En nu we het toch over Harry Potter hebben: De vuurbeker won in 2001 een Hugo.

Meetellen

Ik begrijp goed het gevoel dat je wilt kunnen laten zien dat fantasy een genre is voor volwassenen. En dat is het ook. Nog steeds twee derde van de deelnemers aan de Harland Awards Romanprijs is (voornamelijk) gericht op volwassenen. Maar het lijkt me zonde als we dat willen doen door de goede jeugdliteratuur binnen het genre niet mee te laten tellen. Zeker omdat we al niet zo groot zijn. Laten we de boeken die geschreven worden vieren en kijken hoe we kunnen groeien bij een jong en oud publiek.